Het overlijden van een ouder is natuurlijk op zichzelf al een uiterst verdrietige gebeurtenis. Er moeten veel dingen geregeld worden, zoals de aangifte van overlijden, de begrafenis en allerlei contracten zullen moeten worden opgezegd. Hierdoor is er vaak geen, althans te weinig tijd om aan je eigen rouwproces toe te komen.
Dan komt daar nog eens de vraag bij of je als thuiswonend kind nog in de huurwoning van je overleden moeder of vader mag blijven wonen. Je zult misschien denken: “Ik woon al mijn hele leven in de woning dus ik kan hier toch zeker wel blijven wonen? De verhuurder kan mij toch niet zomaar op straat zetten?”. Net zoals bij veel juridische vraagstukken is hier helaas geen eenduidig antwoord op te geven en hangt dit af van de omstandigheden van het geval.
Vroeger was het zo dat meerderjarige inwonende kinderen na het overlijden van hun ouder(s), binnen twee maanden de ouderlijke huurwoning moesten verlaten. Dit zorgde ervoor dat jongvolwassenen in deze kwetsbare periode in hun leven op straat kwamen te staan.
Daarom heeft Het ministerie van Binnenlandse zaken een gedragscode opgesteld met belangrijke regels, waar verhuurders zich in dergelijke situaties aan dienen te houden. Deze gedragscode heeft als doel dat een wees met de leeftijd van 16 tot 27 jaar oud, steun van de verhuurder krijgt op het gebied van huisvesting na het overlijden van diens ouder(s).
Maar wanneer is er sprake van een wees? Wat als ik net buiten deze leeftijdscategorie val? Wat als de verhuurder zich niet houdt aan deze gedragscode? En kan ik wel een rechtstreeks beroep doen op deze gedragscode?
Mocht u zich in een dergelijke situatie bevinden en vragen hebben, neem dan gerust contact met ons op.
Je kunt een afspraak maken voor het juridisch spreekuur of een belafspraak. Dit eerste gesprek is vrijblijvend en gratis!